Op de bewuste avond belde Hendrik aan. Stille Jaap en Archibald zaten al in de kamer. Marjolein was thuis nog haar neus aan het poederen, maar zou weldra komen. Hendrik deed een beetje schuchter als hij bij mij in de buurt stond, we hadden nog niet echt gepraat over het voorval in het urinoir een paar weken geleden.
Marjolein belde aan, ik stond in de keuken een nieuwe fles champagne open te draaien. 'Hendrik,' vroeg ik, 'doe jij even open? Het is jouw feestje.' Niets vermoedend liep de bruidegom in spe naar de hal, zijn lot tegemoet. Archibald keek me gespannen aan, Sjaak zweeg. We keken allen halsreikend naar de gang, die net vanuit de keuken te zien was.
Hendrik opende de deur. Zijn mond viel open, evenals de mijne. Marjolein had er nog nooit zo fantastisch uitgezien als nu. Nou ja, behalve die ene hete zondagmiddag op mijn zeilbootje dan, maar dat is een ander verhaal. 'Hoi,' zei ze. 'H-hoi,' zei een verbaasde Hendrik. Marjolein omhelsde hem voorzichtig, maar zorgde ervoor dat ze haar ampele boezem hard tegen hem aan drukte.
Hendrik keek me even vuil aan toen hij met de enige vrouw in het gezelschap de woonkamer binnenliep. Hij had echter geen tijd om iets naar mijn hoofd te gooien, want Marjolein leidde hem meteen af met een stortvloed aan vragen over zijn verloofde.
Een paar uur later was de sfeer in mijn appartement een stuk meer ontspannen. Even leek het alsof Marie-A nooit in ons leven was gekomen en de boel flink had verziekt. Ik had er op toe gezien dat Hendrik ieder kwartier van een nieuw glas drank werd voorzien. Hij had nu een mix van champagne, bier en whisky in zijn buik zitten en was behoorlijk aangeschoten. Je wist altijd wanneer Hendrik teveel gedronken had, want dan hing hij half over je heen, zijn sterke adem over je uitsproeiend terwijl hij je vertelde hoe lief hij je wel niet vond. Dat stond hij nu tegen mij te doen in de keuken. 'Misschien moet je even gaan liggen, Hendrik...' zei ik voorzichtig, mijn wang droog vegend. Ik knikte naar Marjolein. 'Ik help wel even.' Ze liep op Hendrik af en hielp mij Hendrik naar de slaapkamer te dragen. Daar legden we hem op mijn bed neer, precies in het gezichtsveld van de camera die ik strategisch in de kast had opgesteld. Ik liet Marjolein en Hendrik alleen.
Toen ik de woonkamer binnenkwam zaten Sjaak en Archibald op de bank. Ze keken me gespannen aan. 'En?' vroeg Archibald. 'Keep your fingers crossed,' zei ik.
Ondertussen was Marjolein naast Hendrik op het bed gaan liggen. Ze had zijn overhemd open geknoopt en streelde zijn borst. 'Hmm, dit heb ik gemist...' zuchtte ze.
'Oh ja?' zei Hendrik.
'Hmm-hmm. Altijd gedacht dat jij en ik ooit in het huwelijksbootje zouden stappen,' zei Marjolein.
'Maar hoe zit het dan met..', begon Hendrik.
'Joh, da's toch allang oud nieuws. Dat weet je.' Marjolein keek diep in zijn ogen. Haar mond stond iets open, haar lippen glommen in het licht van het bedlampje. Marjolein boog naar voren en begon Hendrik zachtjes te kussen. Automatisch pakte hij haar vast, zijn handen gleden over haar rug.
Halverwege de tongparade, duwde Hendrik Marjolein van zich af. 'Dit moeten we niet doen,' kreunde hij. 'Ik ga binnenkort trouwen!' Opeens leek Hendrik weer nuchter. Hij stond op. 'Sorry, Marjolein.. maar ik kan het niet.' Hij wilde de slaapkamer uitlopen. Marjolein veerde op van het bed en trok aan zijn mouw. 'Hendrik, wacht even.'
Archibald en ik stonden vol zenuwen een peuk te roken in de keuken. Hij keek gespannen naar het puntje van zijn sigaret. 'Gaat het, jongen?' vroeg ik hem.
'Ik vraag me af of we wel goed bezig zijn,' zei mijn oude vriend. 'Ik bedoel, als Hendrik nou met die koe wil trouwen, wie zijn wij dan om daar een stokje voor te steken?'
Archibald was serieus.
'Wie wij zijn?!' Archibald en ik keken naar Stille Sjaak die met rood aangelopen hoofd van de bank opstond. 'Wij zijn z'n beste vrienden. We kennen elkaar al eeuwen, man! Natuurlijk moeten we voorkomen dat hij met Nurse Ratched trouwt. We zijn het aan hem en aan onze vriendschap verplicht!'
Sjaak had een bezeten blik in zijn ogen, zoals Roman Polanski keek als hij weer een veertienjarig tienertje voorbij zag lopen. Maar hij had gelijk. We klopten op elkaars schouders zoals we dat wel vaker deden in tijden van nood. Toen ging de deurbel.
Aangezien iedereen die ik had uitgenodigd ook daadwerkelijk aanwezig was, en het veel te laat was voor de buurt-jehova om zijn gezicht nog te laten zien, deed ik vol verbazing de deur open. Marie-Antionette stond voor de deur en beukte me uit de weg. 'Waarrrr issss hij?' sliste ze.
'Wie?' probeerde ik nog.
Het monster stampte de woonkamer in en toen ze zag dat Hendrik daar niet was, liep ze, alsof ze het rook, direct de slaapkamer in. Archibald, Sjaak en ik liepen de briesende stier achterna. Tot mijn schrik zag ik hoe ze Marjolein bij de haren had en ruw van Hendrik aftrok. Marjolein gilde het uit, maar wist met een directe rechtse op de neus van het monster, Marie-Antoinette van zich af te slaan. Ik geloof dat ze met die klap ook haar neus brak, maar dat weet ik nu niet zeker meer. Alles verliep daarna heel snel. Het was een volledige chaos in mijn slaapkamer.
Ik hoorde Hendrik 'Maar, mijn duifje' gillen toen Marie-A in razernij haar knokige vingers om zijn nek had en met al haar kracht de lucht uit zijn luchtpijp probeerde te persen.
Marjolein sprong boven op Marie-A. Helaas bracht haar jarenlange tai bo training geen soelaas. Marie-A duwde haar hard van zich af. Ik kon Marjolein nog net opvangen. Ik keek haar opgelucht aan en verdronk even in haar diepe bruine ogen. Op dat moment baalde ik ervan dat ik ooit... Ik kon mijn gedachten niet afmaken. Ik hoorde glas breken. Een alles verscheurende gil klonk buiten vanaf het balkon. Deze verstomde in een doffe plof. Toen ik van Marolein opkeek, zag ik dat de glazendeur naar mijn balkon gebroken was. Archibald stond half gehurkt bij het glas en stapte voorzichtig naar buiten.
We volgden. Beneden lag het levenloze lichaam van Marie-A. 'Wat, wat is er gebeurd?' vroeg Hendrik met een piepkleine stem.
Archibald leek de kalmte zelve en zei: 'Ik heb haar van je af getrokken en een flinke duw gegeven.' Ik zag hoe zijn handen trilden terwijl hij zo rustig mogelijk een sigaret probeerde op te steken.
Hendrik zakte in elkaar. Stille Sjaak en ik brachten hem naar het bed, waar hij zachtjes op ging zitten. Hendrik was als verdoofd. Daar kwam voorlopig geen zinnig woord meer uit. Marjolein ging naast hem zitten. 'Blijf bij hem,' zei ik tegen haar, 'ik ga beneden checken.' Sjaak en ik renden de vijf trappen naar beneden.
Voor de deur lag het gebroken lichaam van Marie-Antionette. De steentjes onder haar lichaam waren flink beschadigd door haar gewicht en de snelheid waarmee ze van het balkon was gelazerd. Ik checkte haar pols. Ze was morsdood. Het was gelukkig rustig op straat, zodat niemand zag hoe we het levenloze lichaam naar binnendroegen.
Even later lag het lijk van Marie-A op de bank.
'Wat gaan we doen?' vroeg Archibald.
'We moeten de politie bellen,' zei Marjolein.
'Wat? En Archibald voor moord laten opdraaien zeker, dacht het niet!' beet ik haar harder toe dan ik wilde. Ik was immers ook geschrokken. Marie-A bleek in deze dode staat een groter probleem voor ons dan toen ze nog haar muffe adem uitblies.
'Maar, we kunnen toch zeggen dat het een ongeluk was?' probeerde Marjolein nog.
'Daar laat haar vader het nooit bij zitten,' zei Archibald die uit het raam keek. 'Vroeger op school had hij al de pik op me. Dagen heb ik doorgebracht in het nablijflokaal. De man is een nazi.'
Hij draaide naar ons toe. 'We moeten haar begraven. Het kan niet anders.'
We wisten allemaal dat hij gelijk had. En we moesten snel zijn, voordat het licht werd. Hendrik kwam de kamer binnen. Hij strompelde naar de bank, en viel op zijn knieën voor het levensloze lompe lichaam waar hij binnenkort mee getrouwd zou zijn. Hij barstte in tranen uit. Jammerend legde hij zijn handen op haar lichaam. 'Het spijt me duifje.. het spijt me...'
Ik liep naar de kast in de slaapkamer. Ergens had ik nog een grote deken liggen waar we haar in konden wikkelen. Daarna zouden we het lijk naar een afgelegen plek buiten de stad rijden om haar daarna voorgoed in de aarde weg te stoppen.
Ik vond de deken onder een paar gymschoenen. Toen hoorde ik een ijzig gegil vanuit de woonkamer komen. Het was Marjolein, ze rende de kamer uit, recht in mijn armen. 'Het is Marie-A.. ze... ze...' Marjolein, toch een erg sterke vrouw, klampte mij vast alsof ik haar laatste strohalm was. Ik hoorde glas breken. Wat was er aan de hand? 'Wat is er aan de hand, Marjolein?' Ze kon geen woord uitbrengen. Met moeite kon ik haar van me los rukken.
Ik stapte de woonkamer binnen. Mijn hart stokte in mijn keel. Al het bloed leek uit mijn lijf te stromen. Daar stond Marie-Antionette, opgestaan uit de dood. Ze worstelde met Archibald. Schuimbekkend greep ze hem vast en vliegensvlug beet ze als een hondsdolle beer in zijn nek. Op de grond lagen Hendrik en Stille Sjaak. Ze had bij allebei de nek gebroken. Archibald zakte in elkaar. Uit de gapende wond in zijn nek stroomde bloed. Marie-A, of wat er van haar over was, keek naar me. Haar ogen traanden bloed, haar huid was licht blauw. Ze zou niet misstaan hebben als figurant in een Romero-film. Ze begon te grommen.
Toen ik eenmaal door had wat er gebeurde, had ze de korte afstand tussen ons overbrugt en mij met een smak op de grond gesmeten. Met haar zware lijf zorgde ze ervoor dat opstaan geen optie was. Het monster pakte mijn haar vast en beukte mijn hoofd ettelijke malen op het parket. Ik zag niets scherp meer, behalve dan die glimmende tanden die dichterbij kwamen. Het gorgelende geluid uit haar keel zal ik nooit meer vergeten.
Opeens was ik het gewicht van haar lijf kwijt. Marjolein had Marie-A van me afgeschopt en trok me overeind. 'Kom, we moeten weg hier. Dat wijf is gestoord!' Marie-A lag voor de voordeur op de grond en krabbelde als een dronken zombie overeind.
Marjolein hielp me de slaapkamer in. Ik zakte op bed, terwijl Marjolein de deur barricadeerde. Ze schoof een stoel onder de deurkruk en plaatste er een nachtkastje tegenaan.
'Ze lijkt, ze lijkt wel een zombie,' bracht ik met moeite uit.
Marjolein kwam naast me zitten. Marie-A begon op de deur te bonken.
'We moeten hier weg,' zei Marjolein. Ik had Marjolein nog nooit zo bang gezien. Ik had het zelf ook moeilijk om de boel droog te houden, moet ik zeggen.
'Dat gaat niet. Marie-A staat in de weg. En ik woon vijf hoog, weet je nog?' Een val vanaf het balkon overleven we niet,' zei ik haar.
'We komen nooit langs haar,' zei Marjolein. Ze had gelijk. De deur zou Marie-A nog wel even tegenhouden, maar het hout begon al te kraken. Uiteindelijk zou Zombie Marie doorbreken en dan waren Marjolein en ik verloren.
Er kwam bloed uit mijn mond en ik voelde een heftige pijn in mijn zij. Het gewicht van Marie-A had een rib gebroken en die was kennelijk ergens doorheen geschoten. Ik voelde me duizelig worden en ging op het bed liggen.
Marjolein pakte mijn hand vast. 'Hé, niet wegzakken hoor, blijf bij me...' Ik keek haar aan en wilde zeggen dat ik altijd gek op haar was gebleven. Maar toen stormde Marie-A. door de deur en werd alles zwart.